Résumé : Taak-irrelevant perceptueel leren houdt in dat features van stimuli die niet geattendeerd worden toch geleerd kunnen worden. Dit uit zich door een verbeterde prestatie wanneer die specifieke features getest worden na training. Watanabe, Nañez en Sasaki (2001) en Seitz en Watanabe (2003) vonden dat ook subliminale features (i.e. oriëntatie van bewegende stimuli), die zelfs niet percipieerbaar waren wanneer ze geattendeerd werden, toch geleerd konden worden. Zij verklaarden dat dit leren gebeurde door de verspreiding van diffuse bekrachtigingssignalen, gemoduleerd door dopamine. Een biologisch meer plausibele mogelijkheid is echter dat het leren gebeurde door arousal, gemoduleerd door noradrenaline. In bovenstaande experimenten waren deze twee alternatieven niet te onderscheiden. Het doel van de huidige studie is dan ook de bekrachtigingsvisie te contrasteren met de arousalvisie. Hoewel de data een aantal beperkingen hebben, bleek de arousalvisie beter geschikt om de resultaten te verklaren. Vervolgens worden een aantal mogelijke neuronale mechanismen voorgesteld die dit leren concreet kunnen implementeren. Daarna wordt de rol van top-down aandachtsmechanismen besproken. De evidentie uit dit onderzoek en de bevindingen uit de literatuur leiden tot een denkkader dat een interactie tussen corticale top-down invloeden, sensorische informatie en subcorticale neuromodulatie veronderstelt. Hiermee wordt gepoogd visueel leren beter te begrijpen. Daarenboven worden mogelijke pistes voor verder onderzoek besproken.