Résumé : Met steeds slimmere maatregelen probeert de Nederlandse overheid de hardnekkige mobiliteitsproblematiek te attaqueren. Maar de effectiviteit van de maatregelen stelt regelmatig teleur. Dit kan veroorzaakt worden doordat de maatregelen niet doordacht zijn. Deze verklaring wordt in ieder geval in de media vaak gebruikt – zowel als de overheid de verantwoordelijkheid naar zich toe trekt, als wanneer zij iets van zich af organiseert. We zouden willen stellen dat de manier waarop de overheid haar sturing organiseert niet zoveel uitmaakt, zolang de sturing niet verbonden is met een deugdelijke analyse van de sturingsmogelijkheden in een dergelijk complex systeem. Het huidige mobiliteitsysteem is de overheid in zeker opzicht ook maar overkomen. Er lijkt nu een sociaal systeem ontstaan met een zelfversterkende en ontembare dynamiek van groeiende mobiliteithonger. In dat opzicht is het mobiliteitsysteem te vergelijken met de dynamiek in klimaat- en watersystemen. De mens heeft er grote invloed op, maar heeft de toevallige ontwikkeling die vaak lijkt voort te vloeien uit een ongedachte samenloop van omstandigheden vervolgens niet meer in de hand. In het officiële beleidsjargon heet het dan mitigeren van, maar ook adaptatie aan klimaatverandering. En dit allemaal omdat sturingsinterventies in een complex systeem maar al te vaak leiden tot complexe en onvoorziene, en regelmatig ook behoorlijk ongewenste effecten. In dit paper verkennen we de analogie tussen mobiliteitsbeleid enerzijds en klimaat- of watermanagement anderzijds. Onze stelling is dat beleidsmakers die het systeem waarop hun handelen zich richt zien als een kenbaar, begrensbaar en beheersbaar systeem zullen komen tot een mechanische aanpak. Wat zou het kunnen opleveren om dit paradigma in te ruilen voor een meer organisch perspectief, waar niet de sturing, maar de zelforganisatie de meest belangrijke stuwende factor is achter de ontwikkeling van het mobiliteitsysteem? Kan het ruimte geven aan zelforganisatie helpen om het complexe systeem meer robuust en vitaal te maken? We geven hiervan drie voorbeelden. Omdat het hier gaat om een tamelijk nieuw perspectief op sturing presenteren we hier een verkenning van de vraag. We laten zien hoe ruimte geven voor zelforganisatie weliswaar lijkt op nietsdoen, maar toch ook handelen vereist.